Niko Wei wint met Maman, de prijs voor beste Belgische Studentenfilm op Film Fest Gent
Brusselaar Niko Wei ontving op het afgelopen Film Fest Gent de award voor Beste Belgische Kortfilm met Maman, zijn ontroerende ode aan zijn moeder. Amplo sponsorde de geldprijs, en sprak met Wei over de briefvorm in zijn werk, de betekenis van filmfestivals voor jonge regisseurs, en de toekomst.
De jury op Film Fest Gent prees Maman, als een ‘verrassende, liefdevolle film’ en een ‘ode aan alle moeders’. ‘De film werd gerealiseerd als studentenproject, maar maakt duidelijk dat de jonge Brusselaar een volwassen filmstem heeft gevonden.’
Kun je jezelf herkennen in die lovende woorden? Heb je het gevoel dat je film juist begrepen wordt?
Wei: ‘Toch wel. De award voor Beste Studentenfilm is de laatste die ze uitreiken. Tegen dan dacht ik dat er voor mij misschien toch geen prijs in zou zitten. Maar toen ze de film begonnen te omschrijven, voelde ik wel meteen dat hij bij de jury was binnengekomen.’
‘Doordat mijn film heel klein is en eenvoudig lijkt – hij bevat maar twee beelden – wist ik dat ik vooral kans zou maken als de juryleden met hun hart zouden kiezen. En dat hebben ze gedaan (lacht). Wat ik niet had verwacht, was dat het publiek het zou zien als een ode aan álle moeders. Ik bedoelde het toch vooral als een ode aan mijn eigen moeder. Maar tijdens de vertoning in die grote zaal op Film Fest Gent, voelde ik meteen aan dat de film niet meer van mij alleen was. Hij is groter geworden, en behoort toe aan iedereen die hem bekijkt. Maar dat was zeker niet gepland.’
De vorm van Maman, is simpel maar ingenieus. Doordat we je moeder jouw brief horen voorlezen, horen we jullie twee stemmen tegelijkertijd. Ondertussen is de making-of van de film ook het eindresultaat. Was dat bewust zo bedacht? Of kwam je geleidelijk tot die vorm?
Wei: ‘Een beetje van allebei. Mijn vorige project, de installatie Une lettre à Liam, was óók een brief – aan mijn broer in dat geval. Het was mijn Bachelorproject, en voor mijn Master was ik eigenlijk van plan om iets anders te doen.’
‘Uiteindelijk is het exact zo gebeurd als ik in de brief aan mijn moeder vertel. Het oorspronkelijke idee was om echt een portret van haar te maken, maar gaandeweg voelde de brief de eerlijkste vorm. Want wat ik wil vangen, is haar stem, niet haar verhaal. Dus zo heb ik toch de vorm die ik wilde ontwijken, opnieuw omarmd. Als een soort serie. Niet dat ik een volgend project in briefvorm heb gepland, maar het zou me niet verwonderen als dit een deel van mijn maakproces wordt.’
Hoe kom je er als filmmaker op om statisch te werk te gaan? Wie heeft je geïnspireerd?
Wei: ‘Mijn Bachelorwerk bestond uit één beeld, in een installatie. Ik kreeg de feedback van mensen dat het heel bijzonder was om daarmee in een ruimte te zijn, in een soort hypnosezone.’
‘Maar installaties zijn exclusiever dan films. Die zijn toegankelijker en gemakkelijker te delen. Dus ik wilde dat geïsoleerde hypnosemoment reproduceren in een cinemazaal. Pas toen ik dat idee had, ben ik op zoek gegaan naar inspiratie. Die vond ik onder andere in het boek Ten skies van Erika Balsom. Maar ook bij videokunstenaars als Manon de Boer en haar werk Sylvia Kristel - Paris. Hoe zij film gebruikt als een object dat na de vertoning voortleeft, heeft me heel hard geïnspireerd.’
Wat betekent het voor jou om deze award te winnen?
Wei: ‘Sommige andere makers kende ik al, het was sowieso leuk om iedereen te ontmoeten tijdens het Short Film Weekend. Vertoond worden op Film Fest Gent was nooit een doel, hoewel je er als student wel van droomt om ooit tussen de competitiefilms te staan. Maar omdat ik er tijdens het maken van mijn film niet mee bezig was, voelt het misschien nóg beter. Omdat ik het niet per se had verwacht. Filmfestivals zijn sowieso belangrijk voor beginnende regisseurs, dus ik probeer de film nu op meerdere plaatsen vertoond te krijgen.’
En het prijzengeld?
Wei: ‘Dat ga ik vooral gebruiken om een paar basics te kopen die ik nog niet heb, zoals een goede computer en camera. Dan kan ik weer een tijdje verder. En daarnaast ook iets leuks doen met mijn crew en familie.’
Over familie gesproken: ga je in de toekomst even persoonlijke verhalen blijven vertellen?
Wei: ‘Voor mij is dat wel de bedoeling ja. Ik heb best een speciale achtergrond. Mijn vader is Chinees-Belgisch, mijn moeder Congolees-Portugees. Mijn familieverhaal was zo’n beetje de rode draad tijdens mijn parcours aan LUCA School of Arts, en die lijn wil ik graag verder trekken. Het is niet de politiek of het globale verhaal dat me inspireert, maar juist die kleine verhalen die ik oppikte als kind. Die leken voor mij wel sprookjes. Het verhaal van mijn mama, die op haar zevende van Likasi naar Brussel verhuisde, is daar maar één van.’
Werk je nu aan iets?
Wei: ‘Ik heb het geluk dat de film goed is ontvangen. Dat geeft veel energie, en ik probeer hem nu vooral internationaal gedistribueerd te krijgen. Daarnaast ben ik constant aan het schrijven. Ik heb veel ideeën voor de toekomst.’
Wij zijn benieuwd! Waar kunnen we ondertussen Maman, bekijken?
Wei: ‘Naast de vertoningen op Film Fest Gent heeft hij onlangs op BREEDBEELD gespeeld. Maar verder zijn er nog geen screenings gepland. Geïnteresseerden kunnen mij voor updates volgen via @nikowei.be op Instagram of via mijn website nikowei.be.’
De Competition for Belgian Student Shorts (powered by Amplo) zet elk jaar opkomend filmtalent uit het hele land in de kijker. Studenten van erkende filmscholen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel kunnen deelnemen aan de competitie, die in het verleden al filmmakers als Anthony Nti, Kato De Boeck, Adil El Arbi & Bilall Fallah en Lukas Dhont bekroonde. Dit jaar kende de jury de Award for Best Belgian Student Short, ter waarde van €5.000, toe aan Maman, van Niko Wei.